Ontwikkeling areaal
Meegenomen financiële consequenties bij de berekening van de opbrengst OZB in begroting 2021:
- Opgeleverde woningen en niet woningen 2019 en de uitkomsten van bezwaren tegen de WOZ- waardebeschikkingen 2020.
Niet meegenomen:
- De financiële consequenties van de areaaluitbreiding van woningen en niet-woningen in 2020;
- De financiële consequenties van de ingediende bezwaren tegen de waardebeschikkingen 2020 die nog niet zijn afgehandeld;
- Verschillen tussen de geprognotiseerde waardestijging en de werkelijke waardestijging van de WOZ-waarden.
De werkelijke WOZ-waarden van 2020 zijn de basis voor de opbrengst OZB in de begroting 2021:
- Voor de woningen valt de werkelijke waardeontwikkeling in 2020 circa € 64 mln. hoger uit dan de geprognosticeerde waardeontwikkeling van de begroting 2020. Daardoor stijgt de opbrengst in 2020 met circa 1,93% in plaats van de verwachte stijging van 1,5%.
- Voor de niet-woningen is de werkelijke waardeontwikkeling in 2020 circa 51 mln. hoger dan de geprognosticeerde waardeontwikkeling van de begroting 2020. Samen met de extra verhoging van 4% stijgt daardoor de opbrengst in 2021 met circa 5,26% in plaats van de verwachte stijging van 1,5%.
Indexering tarieven OZB
Voor 2021 wordt uitgegaan van een stijging van het OZB-tarief voor woningen en niet-woningen met 1,5 % ten opzichte van 2020. Daarnaast is overeenkomstig de Kadernota 2020 het tarief niet-woningen met 4% extra verhoogd. Hierin is ook rekening gehouden met de voorlopige percentages van de waardeontwikkeling van de woningen voor het WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2020.
Voor deze waardeontwikkeling 2021 wordt de landelijke waardeontwikkeling van de Waarderingskamer gehanteerd:
- Voor woningen is dit + 7%, dit leidt tot een omrekenfactor waardeontwikkeling 0,9346;
- Voor niet-woningen is dit + 1%, dit leidt tot een omrekenfactor waardeontwikkeling 0,9901.
Berekening tarief OZB Woningen | |
---|---|
Tarief OZB Woningen 2020 | 0,0970% |
Tarief 2021 0,0970% x 0,9346 x 101,5% | 0,0920% |
Daling tarief 2021 | -5,14% |
Rekentarief 2021 korting algemene uitkering | 0,0894% |
Berekening tarieven OZB niet-woningen | Eigenaar | Gebruiker |
---|---|---|
Tarief 2020 | ||
Eigenaar | 0,2694% | |
Gebruiker | 0,2164% | |
Tarief 2021 | ||
Eigenaar 0,2694% x 0,9901x 101,5% | 0,2814% | |
Gebruiker 0,2164% x 0,9901x 101,5% | 0,2261% | |
Stijging tarief 2021 | 4,46% | 4,46% |
(Rekentarief 2021 korting algemene uitkering) | 0,1590% | 0,1281% |
(bedragen x € 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
Overzicht opbrengsten OZB | 2020 | 2021 | Verschil in % | Verschil in € t.o.v. 2020 |
OZB-woningen eigenaar | € 8.574 | € 8.739 | 1,92% | € 165 |
Korting Algemene Uitkering woningen | -€ 6.653 | -€ 6.827 | 2,62% | -€ 174 |
Netto opbrengst | € 1.921 | € 1.912 | -0,47% | -€ 9 |
OZB-niet woningen eigenaar | € 4.396 | € 4.627 | 5,25% | € 231 |
OZB-niet woningen gebruiker | € 3.232 | € 3.381 | 4,61% | € 149 |
Korting Algemene Uitkering niet woningen | -€ 3.071 | -€ 3.239 | 5,47% | -€ 168 |
Netto opbrengst | € 4.557 | € 4.769 | 4,65% | € 212 |
Totaal netto resultaat | € 6.478 | € 6.681 | 3,13% | € 203 |
Op basis van bovenstaande tarieven 2021 houdt de gemeente netto € 0,203 mln. meer over aan de belastingopbrengsten OZB dan in 2020.
Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten
Voor 2021 worden de tarieven geïndexeerd met 1,5%.